(Dinant, 1841 - Cannes, 1911)
Als student had hij heel de vallei van de Maas verkend van Namen tot Dinant.
In mei 1864, op de leeftijd van 23 jaar, droeg de Minister van Binnenlandse Zaken hem op opgravingen te verrichten in de grotten van het kalkmassief van Furfooz-Falmignoul, Montaigle (vallei van de Molignée) en Goyet (rivier Samson). De eerste opgravingen in La Naulette die zijn roem zouden inluiden, vonden plaats van januari tot maart 1866 met als orgelpunt de ontdekking van een onderkaak en een scheenbeen van een mens. De kwaliteit van de resultaten en het belang van de opvullingen zetten de opgraver ertoe aan om zijn inspanningen in de loop van de zomer van het zelfde jaar voort te zetten, vooral met het doel om andere delen van het menselijk skelet te vinden, maar enkel een tand, sinds lang verloren gegaan, werd aangetroffen.
Etudiant, il avait parcouru toute la vallée de la Meuse de Namur à Dinant.
En mai 1864, a l'âge de 23 ans, le Ministre de l'Intérieur le charge d'exécuter des fouilles méthodiques dans les cavernes du massif calcaire de Furfooz-Falmignoul, de Montaigle (Vallée de la Molignée) et de Goyet (Ruisseau du Samson). Les premières fouilles à La Naulette, qui vont asseoir définitivement sa notoriété, se sont déroulées de janvier à mars 1866, avec en point d’orgue la découverte d’une hémi-mandibule et donc d’une ulna humaines. La qualité des résultats et l’importance du remplissage amenèrent le fouilleur à compléter ses investigations au cours de l’été de la même année, essentiellement dans le but de rechercher les autres parties du squelette humain, seule une canine, perdue depuis, vint enrichir le lot.
Op 31 januari 1867 waren 27 grotten verkend. Hij verzamelde een enorme hoeveelheid beenderen en werktuigen waarvan hij de stratigrafische positie nauwkeurig bepaalde. Hij openbaarde zijn ontdekkingen via talrijke uitgaven die hij tenslotte samenvatte in zijn boek 'De Mens in het Stenen Tijdperk." Dankzij de vaststelling van de positie van de lagen van de verschillende niveaus van menselijk gebruik was het voor hem mogelijk om onze kwartaire 'industrieën' naast die van de Franse ontdekkingen te leggen. De verzameling paleontologisch materiaal was indrukwekkend. De verdienste van Dupont moet benadrukt worden.
Le 31 janvier 1867, 27 cavernes avaient été explorées. Il y recueillit une quantité énorme d'ossements et d'outils dont il releva la position stratigraphique avec grand soin. Il fit connaître le résultat de ses recherches dans de nombreuses publications qu'il résuma dans son livre : L'homme pendant les âges de la pierre. Grâce à la détermination de la position stratigraphique des différents niveaux d'occupation humaine, il lui a été possible de paralléliser nos industries quaternaires et celles de la France. La collection paléontologique accumulée était considérable. Le mérite de Dupont va être consacré.
In 1868 werd hij directeur van het Koninklijk Museum voor Natuurlijke Geschiedenis van België.
In 1869 werd hij effectief lid van de Académie verkozen.
In 1884 werd hij voorzitter en directeur van de Wetenschappelijke faculteit.
Van juli 1887 tot februari 1888 ondernam hij een reis naar Belgisch Kongo.
Op 31 november 1909 verlaat deze geoloog, voorhistoricus, anatoom, paleontoloog en diensthoofd zijn functie als directeur van het Koninklijk Museum voor Natuurwetenschappen.
Hij overleed in Cannes op 31 maart 1911.
Een straat in Dinant draagt zijn naam.
En 1868, il devient directeur du Musée Royal d'Histoire naturelle de Belgique.
En 1869, il est élu membre effectif de l'Académie.
En 1884, il devient président et directeur de la classe de Sciences.
De juillet 1887 à février 1888, il entreprend un voyage au Congo belge.
Le 31 novembre 1909, ce géologue, préhistorien, anatomiste, paléontologue et chef d'équipe abandonne ses fonctions de directeur du Musée royal d'Histoire naturelle.
Il est décédé à Cannes le 31 mars 1911.
Une rue de Dinant porte son nom.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire